Judo is het Japanse woord voor ‘zachte weg’.
Het is een gevechtssport tussen twee spelers.
De Japanse meester Jigoro Kano heeft in 1882 judo uitgevonden.
Het is een training voor lichaam en geest!
De bedoeling is om je tegenstander uit balans te brengen,
zodat je minder kracht nodig hebt om deze op de grond te krijgen.
Je moet je tegenstander wel met zachtheid en respect behandelen!
Er worden veel Japanse woorden gebruikt.
De plaats waar je judo doet is de ‘dojo’.
Als je de dojo binnenkomt of verlaat moet je altijd groeten.
Iemand die judo doet is een judoka en draagt een wit pak : de ‘judogi’.
De judogi moet steeds proper zijn en je nagels kortgeknipt!
Op je judogi knoop je een gordel of ‘obi’.
Je begint met een witte gordel.
Aan de kleur van de gordel kan je zien welke graad iemand heeft.
Er zijn 6 KYU-graden :
- WIT = 6 de Kyu
- GEEL = 5 de Kyu
- ORANJE = 4 de Kyu
- GROEN = 3 de Kyu
- BLAUW = 2 de Kyu
- BRUIN = 1 ste Kyu
Daarna volgen de 10 DAN-graden: de ZWARTE gordels.
Om van graad te verhogen moet je éérst examen doen.
-Eérst leer je valbreken of ukemi,
Dit is heel belangrijk om je val te leren breken en je niet pijn te doen.
-Daarna leer je de andere technieken:
Deze zijn verdeeld in 2 grote groepen:
- 1) de werptechnieken of Nage-waza:
- beenworpen.
- heupworpen.
- handworpen.
- offerworpen ( 13 jaar).
- 2) de controletechnieken of Katame-waza :
- houdgrepen.
- verwurgingen (15 jaar).
- klemmen ( 15 jaar).
In het kalenderjaar dat je 9 jaar wordt en 5 de Kyu hebt,
kan je meedoen aan wedstrijden of ‘shiai’.
Volgens je gewicht wordt je verdeeld in groepen of ‘poules’.
Bij een jeugdwedstrijd heeft één judoka een rode wedstrijdgordel aan en de andere judoka een witte wedstrijdgordel.
Bij volwassenen heeft 1 judoka een blauw pak aan, de andere een wit.
Eerst moeten de 2 judoka’s elkaar groeten en
als de scheidsrechter ‘hajimé’ roept, mag men beginnen te kampen.
-Als je je tegenstander met een juiste worp op de mat kan werpen en
voor het grootste gedeelte met de rug op de mat dan heb je de hoogste score : Ippon.
Is je worp niet zo juist dan heb je minder punten.
-Je kan ook met een controletechniek winnen als je iemand 20 seconden
met de rug op de mat kan houden: dan krijg je ook een Ippon.
Duurt de houdgreep minder lang dan heb je een lagere score.
-De punten zijn :
- IPPON = 10 punten.
- WAZA-ARI = 7 punten.
-Er bestaan ook strafpunten of ‘Shido’.
Wanneer iemand Ippon scoort is deze "de winnaar" en is de wedstrijd onmiddellijk gedaan.
Anders wint degene met de hoogste score.
Als de scheidsrechter ‘soremade’ roept is de wedstrijd afgelopen en wordt de winnaar aangeduid.
Ook als we verliezen blijven we vriendelijk en groeten onze tegenstander!
Enkele scheidsrechtertekens: klik hier
Bekende Belgische judoka’s zijn :
- Ingrid Berghmans.
- Robert Van De Walle.
- Gella Vandecaveye.
Deze website wordt regelmatig bijgewerkt. © 2009 - 2024 Site Design by Poelaert Luc